MORE Blues Fest Dag 3 Pasta & Blues Zottegem (20-09-2020) reporter: Marcel & photo credits Marc Blues Photography info club: Pasta & Blues © Rootsville 2020 |
---|
Mijn wagen kende ondertussen de weg al van buiten toen ik vertrok voor dag 3 van More Blues. De affiche bleef nu ook alweer hoge toppen scheren. Deze keer moesten wij al vroeg aan de bak, want de eerste band werd al om 12.30 uur “on stage” verwacht. Wijlen weg dus , richting Zottegem.
Het zonnetje scheen en we installeerden ons op onze vaste plek. Alles verliep nog steeds perfect corona-proof. Stilaan begonnen de mensen binnen te druppelen, zo ook “De Sepapkens”, de plaatselijke old school wielerclub. Vandaag had Goes zijn gitaar terug omgordt en werden wij telkens getrakteerd op de nodige liedjes doorspekt met redelijk wat humor, dat deze meestal de Morre zelf als doelwit had, was te denken en dit leidde wel tot hilarische toestanden. Eerlijk gezegd, de fijnste presentatie die ik wel had meegemaakt.
3 toppers mochten de dag starten, en als ik zeg toppers of wat dacht je van het trio Roland, Niels de Caster en Bruno Deneckere? Veel woorden moeten hier niet aan worden gespendeerd, want op het podium van de Morre stonden decennia aan ervaring en tonnen aan talent. Jammer genoeg was er nog niet veel volk komen opdagen voor dit aperitief-concert Deluxe. En zoals meestal bleek gingen de afwezigen alweer ongelijk krijgen.
De drie startten met ‘Down Along The coast’ met Roland op zang en harmonica, waarna Bruno de rol overnam met ‘Lost In The Shuffle’ een country nummer dat op zijn lijf is geschreven en waar zijn nasale stem perfect bij past. Gezien Niels niet kon ontbreken , was de volgende song ‘If I Where A Butterfly’ voor zijn rekening. Zo zou het de hele tijd doorgaan, de zangpartijen mooi verdeeld over de drie heren. Het geheel bleef op zeer hoog niveau, in een mnegling van blues, country en americana, met ‘Healing Water’ en een speciale versie van ‘St-James Infermary’. ‘Gonna Miss Me When I’m Gone’ en ‘Fine Sugar Mama’ knalden en Niels liet zijn lapsteel huilen. Dit optreden benadert de perfectie en als “aperitief-concert” kon dit wel tellen.
Het hypnotiserend ‘Catfish (Million DollarMan)’ van de hand van Bob Dylan als ik mij niet vergis, was een toppe,r wat we ook kunnen zeggen van de versie van ‘Freight Train’ dat weergaloos door Roland werd gebracht. Roland was op zijn best tijdens deze gig vond ik. Hij voorzag het optreden met de nodige droge humor en verzon ter plaatse een naam voor het trio: “The Psychedelic Everly Brothers’. Het optreden was zo goed dat er zeker en vast een bisser moest en zou komen, en die kregen we ook met de mooie ballad ‘You Belong To Me’.
De dag was maar net gestart en we waren al van onze stoel gespeeld. Dit was topkwaliteit van Belgische bodem dames en heren.
En zoals ze bij Monty Python zouden zeggen :” And now for something completely different”. Het was nog vroeg op de dag maar toch al tijd voor een koffietje en het mocht ne straffen zijn. Met Irish Coffee kregen we wel wat zware rock en blues(rock) op ons bord. Weetje: de band werd al opgericht in 1970, een bende gouwe ouwe dus. In 1975 gingen de boys uit elkaar en kwamen terug bijeen in 2004. In wisselende bezettingen weliswaar. Ondertussen bestaat de band uit William Souffreau (gitaar en zang), Frank Van Laethem(gitaar), Johan Ancaer (gitaar), Erik Goetvinck (bas) en Bruno Beeckmans (drums). Dit jaar nog werd hun nieuwste cd , “Heaven” op de markt gebracht. Heavy stuff zoals ze zeggen...
Met ‘Lay Them Shotguns Down’ wist ik al waar we aan toe waren, redelijk potige rock dus en niet echt “my cup of tea” of in dit geval “cup of coffee”. Souffreau heeft wel een knappe stem die duidelijk bij het genre past, deed mij wat denken aan de hard rock uit de jaren 70. ‘Whole Lotta Rock To Roll’, ‘Doing All Night’, ‘ One day Without’ You’, ‘Can’t Take No More’ of ‘I’m Lost’ is maar een kleine greep van hetgeen bij de koffie werd geserveerd. Iets te hard naar mijn goesting en niet mijn ding dus. Er zijn echter wel liefhebbers en fans van het genre aanwezig en aan de reacties te zien en te horen genoten zijn volop.
Terug naar de blues met de Nederlandse formatie Sugar Queen Blues Band. Blues naar mijn hart en even wat rustiger dan het gitaargeweld van daarnet. De band bestaat uit Michele Denise (zang), Jean Raven op gitaar, Jan Van Drunen aan de toetsen, Lars Hoogland op drums en voor de gelegenheid Bert Kamp op bas. Door corona waren ze bijna niet kunnen langs komen wegens de kleurencode verandering, maar mits de nodige voorzorgen was dit, tot ieders blijdschap gelukt. Halleluja!
De band serveert een stevig potje Chicago Blues met de sterke stem van Sugar Queen als stevige basis, ondersteund door 4 geweldige muzikanten. Michele Denise heeft alles wat we van een echte bluesmama mogen verwachten, en zeker en vast de stem en de moves op het podium. Het was hun eerste optreden sinds februari dus de band had er meer dan zin in en dat konden wij al ondervinden met ‘Big Leg Girl’ en ‘Big Mama Told Me’. Het moet niet altijd over Big mama’s gaan zoals in het door Jean Raven geschreven slowblues ‘Wanna Take My Man’ met stevig gitaar werk van Jean zelf. De zang kwaliteiten van Michele zijn gekend maar kwamen nog extra bovendrijven bij ‘Evil Gal’ een song van Dana Washington.
Met ‘Sassy Mama’ kregen we al een voorsmaakje van de in 2021 uit te komen nieuwe cd. Het is een vrolijk nummertje dat swingt met een leuke pianopartij. Voor de hongerigen onder ons werd dan een ‘Crab Boy Shuffle’ geserveerd, het was swingend geblazen met het gezongen recept van de Crab Boy. Het ging er zwoel en sexier aan toe met ‘Rock Me Baby’ van Big Mama Thornton met alweer puik gitaarwerk van Jean Raven. Het tempo werd dan richting finale alweer de hoogte ingetrokken met ‘Give Sugar’ en het funky blues nummer ‘Sugar Queen Blues Groove’, waar de funky bassolo van Bart Kamp, bewees dat hij meer was dan alleen maar een invaller.In het zonnige Zottegem was het fuiven geblazen en op aandringen van de Morre werd toch er nog bisser uitgeperst met ‘Hey Bartender’. Iedereen dus tevreden en happy, dit was alweer een optreden om in te kaderen.
Om het weekend af te sluiten had men geen betere band kunnen kiezen, want Boogie Beasts zijn dé partyband bij uitstek ! Nog steeds bestaande uit Jan Jaspers (gitaar) en Gert Servaes (drums) voor de Vlaamse kant en Fabian Bennardo aka Lord Benardo (harp) en de nieuwste telg van de bende Patrick Louis (gitaar) voor de Waalse kant, met andere woorden “Belgium United”.
Het was duidelijk dat er nu uit een ander vaatje zou worden getapt en we wisten al dat het een feestje zou worden. De mannen komen de laatste tijd wat aan de bak en dat is niet moeilijk als je hun energieke optredens meepikt. Stilstaan is hierbij uit den boze, en in corona-tijden is dat niet makkelijk.
En de mannan ontgoochelden niet en het werd weer een feestje van de bovenste plank. Al van bij de eerste noten kreeg ik het gevoel dat het hier weer bingo ging worden met ‘’Shake Em’, ‘Inside’ en ‘Soul Keeps Crying’. De zang van Jan en Patrick horen gewoon bij de nummers en het speelplezier en de energie stralen van het podium af.
De psychelische boogies werken aanstekelijk. ‘Calling My Name’, Mine O Mine’, ‘Howl’ of ‘Mad’, de nummers pakken je bij de ballen en laten niet los. Ondertussen bleef The Lord zijn duivels ontbinden. Rende van links naar rechts op het podium, kroop op en over de afsluiting en mengde zich met zijn huilende harmonica door het publiek. Iedereen was bezeten van de oipzwepende sound van The Beasts ! En het ging niet over, ‘Long Gone’, ‘Night Time Heroe’, ‘Trouble’ volgden aan een razendsnel tempo. De mensen werden gek en het leidde naar een grandioze finale met onder andere ‘Would You Please Shut Up’ en ‘Need No More Loving’. De Beasts schieten hun muzikale torpedo af en weten het publiek volledig midscheeps te treffen. Hell Yeah! Boogie Beasts: vini, vidi, vici....
En toen? Wel toen was het gedaan.... Tja aan mooie dingen komt een einde. We onthouden vooral dat we getuige waren van het enige bluesfestival van deze zomer, dat deze perfect was georganiseerd volgens de voorziene maatregelen. Zowel publiek als de bands enorm hebben genoten en dat iedereen gelukkig naar huis is teruggekeerd. De Morre verdient alvast een “Award for keepin the music alive”. Rest mij nog één ding te zeggen of beter te schrijven: merci Filip, merci Filip, merci Filip !!!!
Marcel out !
Marcel